...mijn eigen bedrijfje."
Maar ze weet niet waar te beginnen. Ze is creatief; ze ziet kansen in plaats van problemen, is inventief en toont 'constructieve ontevredenheid' met wat is ontwikkeld op haar vakgebied als diëtiste. Ze is vrouw; ze spreekt van een bedrijfje. Geen man zou dat kunnen zeggen. Er zijn twijfels over de verkoopbaarheid van haar product. En zwarte gaten in haar hoofd waar haar uniciteit hoort te staan als een huis. Ik herken haar.
Ze is nog niet eens afgestudeerd, maar ze heeft besloten het goed aan te pakken en alvast te investeren. Dus ze kwam bij mij om een bedrijfsstartup te doen. Mán wat heeft ze een goed idee. Het bestaat nog niet! En wat zit het al in haar hart.
Haar doelgroep is de eerste lijn gezondheidszorg, de diëtisten met een eigen praktijk. Een tipje van de sluier van haar <bedrijf>:
<Bedrijf> stoft patiëntenvoorlichting af.
<Eigenaresse> gelooft -en hoopt- dat diëtistenklanten op een dag nauwelijks één-op-één-zorg nodig hebben. Omdat diëtisten zich achter de schermen blijven ontwikkelen in ziektepreventie en klantvoorlichting. Samen maken wij onze voorlichting modern, laagdrempelig en uniek. Ziekte is een beperking, maar <bedrijf> denkt in mogelijkheden en kansen. <Bedrijf> zet haar diensten in, uit de overtuiging dat er gezondheidswinst te behalen valt uit de unieke combinatie van lifestylemanagement, creativiteit en positiviteit.
Ze gaat weg met een kop vol enthousiasme, ideeën voor een webshop, kaders voor haar bedrijfsplan, papieren met marketingtools, planning en netwerksheet. Maar nu moet ze eerst werken.
Ik hoop dat ze zich op een dag realiseert dat dít haar werk kan zijn. En ik zal er alles aan doen om haar daar naar toe te begeleiden.
Ze is nog niet eens afgestudeerd. Dus ik mag nog niets verklappen. Als het zo ver is - wanneer het zo ver is - geef ik een update. En kan ik melden dat we samen aan de wieg hebben gestaan van dit unieke bedrijf.